De wet “diverse fiscale bepalingen” van 28 december 2023 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2023 en trad in werking op maandag 8 januari 2024.
De wet wijzigt artikel 362bis van het WIB92, dat de fiscaliteit wijzigt voor Luxemburgse kapitalisatiecontracten die worden afgesloten door vennootschappen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. Dit, om de werkwijze die de Dienst Voorafgaande Beslissingen in zijn laatste beslissing ter zake voorstaat, rechtstreeks in de wet op te nemen.
Bijgevolg zijn (zelfs niet-gerealiseerde) meerwaarden/minderwaarden op Luxemburgse kapitalisatiecontracten jaarlijks belastbaar/aftrekbaar als verlopen interesten. Deze resulteren uit het verschil tussen enerzijds de waarde van de schuldvordering die representatief is voor dit kapitalisatiecontract en die de vennootschap heeft ten opzichte van een verzekeringsmaatschappij aan het einde van de belastbare periode, en anderzijds de betaalde premiebedragen voor dit contract. Dit is dus de afkoopwaarde van het contract verminderd met de waarde van de betaalde premies. Het deel van de verlopen intresten dat op het einde van het vorige belastbare tijdperk voor dit contract werd belast, moet echter worden afgetrokken. Het bedrag van de betaalde premies wordt proportioneel verminderd als het contract gedeeltelijk wordt afgekocht.
Rechtspersonen die niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting (zoals bijvoorbeeld een VZW), vallen niet onder deze wet, op hen hebben deze wijzigingen dus geen invloed.
Hoe zit het met vennootschappen die tot nu toe alleen gerealiseerde meerwaarden in hun boekhouding hebben opgenomen?
Als deze vennootschappen onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting en dus aan artikel 362bis van het CIR92, moeten ze de latente meerwaarden van het kapitalisatiecontract vanaf nu opnemen in hun boekhouding, naast de gerealiseerde meerwaarden, en gerealiseerde en niet-gerealiseerde minderwaarden die al zijn opgenomen.