Mathilde Pourplanche:

Zoals eerder uitgelegd, wordt het gesplitste levensverzekeringscontract uiteindelijk onderschreven door de vruchtgebruiker en de blote eigenaar samen als medecontractanten.
De contractuele rechten worden uitgeoefend door de twee partijen die uiteindelijk hun recht zullen uitoefenen op het vruchtgebruik en op de blote eigendom. En het zal rechtstreeks bepaald worden in een splitsingsovereenkomst met betrekking tot het contractrecht.

Grégory Homans:

Biedt Baloise dit type van splitsingsovereenkomst aan?  

Mathilde Pourplanche:

Precies.

Grégory Homans:

Het product is goed uitgewerkt. 
Ik denk dat een van de de voordelen van een gesplitste onderschrijving, dus vruchtgebruik en blote eigendom, vooral ligt in de gedachte aan de geliefde persoon: de overlevende echtgenoot, de wettelijk samenwonende, de grootvader die een kleinkind heeft. En afhankelijk van de configuratie zijn er twee belangrijke mechanismen die door twee recente hervormingen zijn ontstaan. Wat komisch is, is dat de hervormingen in België, altijd de eerste september worden doorgevoerd. De wetgever wordt herinnerd aan de eerste schooldag en voert daarom hervormingen door. Er is één in september 2018, de hervorming van het erfrecht waardoor het opeenvolgend vruchtgebruik werd ingevoerd. Ik denk dat je er ons over zal vertellen. En er is een recentere in 2021: de hervorming van het goederenrecht dat de wettelijke aanwas heeft gecreëerd dat ik met plezier zal uitleggen.

Mathilde Pourplanche:

Laat je me beginnen met het vruchtgebruik?

Grégory Homans:

Ja

Bescherming van de langstlevende echtgenoot: opeenvolgend vruchtgebruik?
 

Mathilde Pourplanche:

Dus, het opvolgend vruchtgebruik, dat ook wordt genoemd voortgezet vruchtgebruik. 
Laten we een concreet voorbeeld nemen: Mevrouw sluit een contract af en besluit om de blote eigendom van de contractrechten aan haar zoon te schenken. Dus, het contract loopt en de dame sterft. Op het moment van haar dood, beschermt ze haar echtgenoot aangezien deze via het opvolgend vruchtgebruik haar vruchtgebruikrechten zal kunnen overnemen en de contractuele rechten in haar plaats zal uitoefenen. 

Bescherming van de langstlevende echtgenoot: wettelijke verhoging van vruchtgebruik?
 

Grégory Homans:

Hartelijk dank. Dus ik ga nu spreken over de wettelijke aanwas van het vruchtgebruik.
Nogmaals, ik denk dat het makkelijker is om een voorbeeld te nemen: Ik ben getrouwd, mijn vrouw en ik onderschrijven gezamenlijk. Mijn vrouw heet Isabelle dus Isabelle en ik hebben samen een levensverzekeringscontract afgesloten op onze beide hoofden.
En we besluiten na een ontmoeting met Mathilde om onze rechten als verzekeringsnemer in blote eigendom te schenken aan onze zoon. We doen de schenking en dus, het leven gaat verder, laten we zeggen dat ik sterf. Bij mijn dood, zal automatisch en door de wet, mijn deel van het vruchtgebruik dus van mij die overleden ben, aanwassen aan het aandeel van Isabelle, de overlevende echtgenoot. Dus Isabelle zal de enige eigenaar zijn van het vruchtgebruik op het contract. De eerste vraag die gesteld kan worden is wordt de wettelijke aanwas van het vruchtgebruik belast? Gelukkig is het antwoord neen in alle regio's van het Koninkrijk en dit, in tegenstelling tot het opvolgend vruchtgebruik dat in sommige gevallen wordt belast. Een andere vraag is: als Isabelle afkopen doet, zou ze zelfs het gehele contract als vruchtgebruiker kunnen afkopen.
Is het mogelijk dat deze afkopen worden belast met successierechten? We denken aan de "wait and see" of andere regelingen. Het antwoord kan nee zijn, afhankelijk van de omstandigheden waarin de aankoop plaatsvindt en in het bijzonder naargelang het feit of de premies voortkomen uit gemeenschappelijke middelen of eigen middelen. 

Wat is het verband tussen opeenvolgend vruchtgebruik en de wettelijke toename van vruchtgebruik?

De vraag die nu op ieders lippen ligt: wat voorrang heeft, hoe passen opvolgend vruchtgebruik en wettelijke aanwas van het vruchtgebruik ineen? Welk mechanisme heeft voorrang op het andere? Het is duidelijk dat er een fiscaal belang en een burgerlijk belang is, er zijn misschien meer conventionele mogelijkheden in het kader van de wettelijke aanwas van het vruchtgebruik dan het opvolgend vruchtgebruik helaas, is er geen zeker antwoord. Er bestaat een controverse. Sommigen zeggen dat het opvolgend vruchtgebruik voorrang heeft op de wettelijke aanwas van het vruchtgebruik.

Anderen, waaronder wij, pleiten ervoor dat de wettelijke aanwas van het vruchtgebruik moet voorrang krijgen op opvolgend vruchtgebruik. Maar niets is zeker, Er is geen jurisprudentie over dit onderwerp, geen uitspraak in deze materie. Praktisch, kan de toepassing van het opvolgend vruchtgebruik bij testament vermeden worden, op het ogenblik van overerving, via andere mechanismen.

Ook om er in de praktijk voor te zorgen dat de toepassing van de wettelijke aanwas van vruchtgebruik plaatsvindt en zo deze controverse wegneemt door de toepassing van het opvolgend vruchtgebruik uit te sluiten.